dinsdag 1 december 2009

Naar het Paard van Marken

Kees is wat laat vanochtend, zou ie mogelijk denken dat ik naar Heerhugowaard kom? Als ik de telefoon wil pakken gaat de keukendeur open, Kees. Een rit naar Marken lijkt me wel wat. Kees is met een natte vinger te lijmen en langs de stratenmakers die de weg voor ons huis opnieuw aan het bestraten zijn, kunnen we vertrekken.
Achter het Botter ruitje is het heel comfortabel toeven. Wel zitten er een paar hinderlijke pitten en kleine vervormingen precies in mijn gezichtsveld. Kees' ruitje is wel vlak. Eduard nog maar eens lief aankijken omdat ik als één-ogige niet zal wennen aan visuele hindernissen.
We hebben weinig last van de wind, er staat maar net aan Bft 2 en verder is het prachtig zonnig. Met 7 gr. C is wel fris.
Met een snelheid van steeds rond 33 km/u zijn we heel vlot op Marken. We rijden naar de kop van de haven en eten een broodje. Kees vraagt of ik wel eens naar het Paard van Marken ben geweest. Deze vuurtoren uit 1836 heb ik in mijn zeilers bestaan honderden malen gepasseerd, vanaf de wal nog nooit. Het klinkerpad is slecht, maar na een kilometer wordt het beter. Bij de vuurtoren zetten we de fietsen naast elkaar en maken wat foto's. We praten even met een goed uitziende oudere mevrouw die al op Marken woonde toen het, 50 jaar geleden, nog een eiland was. Ik zeg mevrouw dat ik niet zal vragen hoe oud ze is, maar hoe jong ze nog is. Dat antwoord geeft ze direct, 72 jaar. Ze is blij dat ze nog geen elektrische fiets nodig heeft.

Via de veel betere weg midden over het voormalige eiland rijden we terug naar Marken dorp. Buiten Marken geeft Kees flink gas en gaat met ruim 45 km/u over de rijbaan richting Monnickendam. Hij houdt de snelheid tot vlak voor Monnickendam boven de 40 km/u. Vervolgens rijden we naar Volendam, Edam en dan richting Scharwoude. Kees hoort wat ratelen en stopt. We kijken naar de kettingloop, zien niks en vervolgen onze weg. Het euvel komt niet meer terug.
Kees wil tot Avenhorn meerijden en dan afdraaien naar Heerhugowaard. Hij heeft er kennelijk nog lang geen genoeg van want hij rijdt ook nog mee door de Mijzenpolder. In Schermerhorn nemen we afscheid en ik rij door de Schermer naar huis.
Het ruitje begint, voor de wind, aan één kant te beslaan. Blijkt te komen doordat het wind geleidende stripje tegen de grote ruit aan zit. Even verschuiven en nu blijft het ruitje mooi schoon. Aanvullend zal ik het ruitje nog met anti-fog en anti-rain behandelen. Kees heeft dit al gedaan en het werkt prima.
Thuisgekomen blijken de stratenmakers de inrit netjes vrij gehouden te hebben, morgen krijgen de mannen weer lekkere koffie.
100 km