zaterdag 31 juli 2010

Ierland dag 9 31 juli Kiltealy - Dungarvan

Vanmorgen vertrekken wij uit Kiltealy en pakken de route volgens de planning op. De originele route gaat goeddeels langs L-wegen. Het spel van klimmen en dalen begint direct weer. Na drie uur fietsen zijn wij 35 km verder en wordt het klimmen steeds zwaarder. Bij mij begint mijn linker knie zich te melden met de mededeling dat het voor vandaag wel mooi is geweest. Ook de anderen willen wel wat makkelijker rijden.
Na New Ross zouden we naar Mullinavat rijden. Volgens Marian is het daar heel steil, zij komt met de camper met moeite in de eerste versnelling omhoog. We besluiten naar Waterford te rijden. Dat gaat over de N25 heel comfortabel. Per saldo zijn de L-wegen voor een Quest een vijandige biotoop. R-wegen gaat gemiddeld goed, al moet er ook dan soms met 12% helling worden gerekend.
De N25 kent mooie beklimmingen, maar evenzo mooie afdalingen. Ik kom tot 76 km/u, Ben tot 70 km/u. Kees wil die snelheden niet rijden en gebruikt de parachutes. Hij blijft rond de 50 km/u.
De remparachutes blijken een onmisbaar attribuut. Bij snelle afdalingen worden ze er een voor een uitgegooid. Dat gaat heel makkelijk als je de treklijnen over je schouders legt. Het binnenhalen gaat ook eenvoudig bij snelheden onder 40 km/u. Bij 70 km/u zijn ze alleen binnen te halen als je één draad binnentrekt. Dit ritueel herhaalt zich enkele tientallen malen per dag.
Na Waterford koersen we over de R681 naar Dungarvan. Daar zullen we Marian ontmoeten. We gaan even langs de kustweg rijden om een camping te zoeken. Dat blijkt niet slim, de route door het boerenland naar de kustweg is enorm steil. Ik belast mijn knieën te zwaar. De anderen kunnen wel omhoog komen. Even later blijkt een oude nog niet opgeloste kwaal van de fiets op te spelen. De derailleur blijft achter soms hangen en ik kan dan voor niet op het kleinste blad schakelen. Dan moet ik eerst naar het grote blad schakelen, de derailleur achter komt dan los en kan ik het kleinste blad voor schakelen.
We zoeken en vinden twee campings aan de kust. Ze zitten echter helemaal vol en er kan geen kip meer bij.
Dan maar een B&B. Zelfde laken en pak.
De eigenaresse van een B&B belt haar broer, een boer, die mogelijk wel wat kan regelen. Voor 35 euro mogen we op zijn erf staan, totaal zonder voorzieningen. Als we Marian bellen is ze niet blij, we zouden eerst bij haar langs gaan in het verderop gelegen stadje. Als we bij de boer op zijn erf staan moet er plotseling 50 euro worden betaald.
Opkrassen dan maar.
Marian rijdt richting Youghal en vraagt bij een willekeurige particulier die een mooi geasfalteerd parkeerterrein en mooie grasvelden heeft of wij er mogen staan. Dat mag en na 120 km komt deze fietsdag tot een prettig eind met een goed glas wijn en hutspot met draadjesvlees als diner.

vrijdag 30 juli 2010

Ierland dag 8 30 juli Bray - Kiltealy

Wicklow Mountains
Vanmorgen staan de koppies strak, er moet zwaar geklommen worden maar hoe erg het wordt geeft wat spanning. We zijn nog niet van de camping zuid-westelijk van Bray af of het spektakel begint. Warm gedraaid of niet, we moeten op het kleinste blad voor en het grootste blad achter. We beginnen bij 80 meter en eindigen op 338 meter. Dit hoogteverschil moet binnen 4 kilometer worden overbrugd. Kort en goed, de waarschuwing van de auteur van het boekje De Groene Ronde rond Ierland is volkomen terecht. Het is vreselijk zwaar en de snelheid komt hele stukken niet boven 6 km/u. Ben gaat te hard en jaagt zijn hartslag in het rood. Dan volgt een stuk wat goed te doen is. Als we denken dat het ergste achter de rug is, doemen er borden op met achterover vallende auto's. We zetten nog eens aan, zweten als otters en zien de snelheid teruglopen naar 4 tot 5 km/u. De achterbanden, zelfs mij geprofileerde SuperMoto, beginnen door te slippen. Het is niet meer te doen. Stoppen en naar boven lopen. Maar ook stoppen is een hachelijk avontuur, de Quest wil niet op de handrem stil blijven staan. Terwijl de fiets achteruit loopt spring ik eruit en trek mijn loopschoenen aan. Het is zelfs een toer om de Quest naar boven te duwen. Er wordt gefilmd en gefotografeerd. Cees ziet mij zelfs ingehaald worden door een wandelaarster en filmt alles.
Eenmaal boven puffen we wat uit en praten opgewonden over dit avontuur.
In Rathrum drinken we koffie met appelgebak. Een dolenthousiaste verhuurster van mountainbikes weet werkelijk niet waar haar overkomt. Ze gilt de hele boel bij elkaar als ze ons ziet. Ze krijgt Ben zo gek dat ze in de Quest mag zitten.
Het is een dagelijks ritueel dat duizenden mensen zo gauw ze ons in smiezen krijgen hun mobieltje pakken en foto's maken. Ook uit rijdende auto's worden we honderden keren gefotografeerd. Kees bedenkt zo nu en dan dat als iedere foto een euro zou opleveren, we de hele reis zo zouden kunnen bekostigen. Kees probeert het maar een keer bij een mevrouw die haar auto stilzet en foto's maakt. Kees roept ' one Euro'. Mevrouw pakt haar beurs en geeft Kees een Euro. Het is dus niet zo'n gek idee :). Zo gauw we stilstaan komen de Ieren, soms in drommen, om ons heen staan en vragen of het een kano, een bobslee of iets anders is. Dat er geen motor in zit en dat wij alleen maar fietsen kan er vaak niet in. Een enkele keer zijn de belangstellenden jongere kinderen die niet uit te leggen blijkt dat ze met hun vingers van de fietsen af moeten blijven.
We rijden globaal de route die ik eerder via Google Earth uitzette en als GPX track in de Garmin Oregon laadde. De mannen willen niet als een kip zonder kop achter mij aanrijden. De reserve Oregon van vriend Jan Veenis plak ik met klittenband bij Ben op de wielkast. Dat vindt Ben wel leuk. Helaas blijkt deze Oregon niet in orde. Zelfs net opgeladen vrijwel nieuwe Sanyo 2700 Mah accuutjes worden onverbiddelijk door de Oregon als leeg beoordeeld. Jan, een garantiegevalletje.
We rijden dagelijks meestal ruim 100 km, kilometers die er wel meer dan dubbel inhakken.
Wij eindigen de rit meestal met het vragen aan lokale bewoners waar een camping is. Die is er nooit, maar dat weten we natuurlijk al. Het komt er meestal op neer dat de mensen iets voor ons bedenken.
Vandaag zijn we te gast op het landgoed Woodbrookhouse waar enkele tientallen mensen van allerlei nationaliteiten in een commune samenleven. Vanavond komt een deel van het stel naar de fietsen kijken. Zij bieden ons een overnachtingsplek in Kenmare aan. Ook volgend jaar zijn we hartelijk welkom.
De zon gaat prachtig onder en verlicht de wolken die laag over de bergen rollen.
Voor middernacht ligt iedereen in bed. Ik probeer mijn blog nog online te krijgen, maar de verbinding met de Hi dongel is niet best. Foto's houden jullie tegoed.

donderdag 29 juli 2010

Ierland dag 7 29 juli Dublin

Dublin
Vanmorgen is het eerst wasdag. Vier de bergen op zwetende kerels produceren heel wat wasgoed.
Cees Roozendaal is al vaker in Dublin geweest en gaat niet mee. Kees, Ben, Marian en ik nemen een taxi naar het station van Bray. Vandaar is het 40 km naar het centrum van Dublin. We komen weer langs de afgrijselijk steile klim en praten wat met een Nederlands stel dat ook met vakantie is.
In Dublin is het oergezellig. In de hoofd winkelstraat zijn veel straatartiesten bezig. Poppenspelers, zandsculpturisten, bellenblazers en vooral veel muzikanten fleuren de boel op. Grote aantallen sandwichborden dragers proberen klanten naar de zijstraten te lokken.
We drinken koffie en wandelen naar enkele bezienswaardigheden. Voor de lunch belanden we in de wereldberoemde Templebar. Drie verdiepingen hoog waar vanaf twee uur 's middags de live artiesten echt goed spelen. Op een bordje staat dat er maximaal 600 personen in mogen. Dat blijkt elke dag met voeten te worden getreden, er zijn soms wel 1000 mensen binnen.
De lunch is uitstekend al wordt ons teveel berekend. Na wat heen en weer praten komen de teveel betaalde penningen weer terug. Al met al wat rommelig, zo moeten we zelf opnoemen wat we geconsumeerd hebben.
De gemiddelde Ierse jonge vrouw is niet mooi, veelal te dik, draagt een te kort rokje en heeft kort zwart geverfd haar. De sfeer in de stad is ontspannen, prettig voor de vele toeristen. Als we even bij enkele fietstaxi's staan te kijken, die dingen wegen wel 150 kg, vragen de bestuurders waarom wij belangstelling hebben voor hun fietsen. We leggen uit dat we proberen rondom Ierland te fietsen. Ze zijn stomverbaasd als zij een foto van de Quest zien.
We wandelen de buitenwijken in op zoek naar een verloopstekker en verlengsnoer. We komen op een marktje terecht waar de groente spotgoedkoop is. De verse vis ligt er zonder ijs terwijl volop vliegen op de vissen landen. Ook worden er volop producten verkocht die al maanden over hun uiterste houdbaarheidsdatum heen zijn. Die zouden in Nederland nog niet de voedselbank halen, hier is het gewoon handelswaar. Dat er op elke vijf meter een winkeltje is dat simkaarten unlocked, verbaast ons niet. De kleinste 'shop' meet 0,75 x 2,00 meter, er kan zelfs geen Quest in staan.
Op de camping probeer ik mijn blog bij te werken. Dat valt niet mee, wifi heeft hier amper bereik. De eigenaar van de camping geeft zijn wachtwoord en inlogcode. Zijn draadloze internet wordt door de Mac niet herkend. De eigenaar van de camping is zo vriendelijk om ons in zijn huis de Windows computer te laten gebruiken. Omdat ik van Windows niet veel snap gaat Marian mee. In een uurtje staan weer vijf dagen Ierland online.
Morgen wordt een zware dag, we rijden dan door Wicklow Mountains waar we klimmen tot 400 meter hoog. We volgen de route met de klok mee, terwijl de auteur van het reisboek adviseert om de route tegen de klok in te rijden.

woensdag 28 juli 2010

Ierland dag 6 28 juli Kilmessan - Bray

Tara Hill en Dublin nog even niet
Het is vroeg dag, er staat een uitgebreid programma op de rol. Eerst naar Tara Hill, ook een neolytische nederzetting. Onze kampeerplaats is maar enkele kilometers daarvan verwijderd. De eerste indruk is overweldigend. De plek is op een gigantische heuvel gesitueerd. Overal zijn heuvels, en verdiepingen in de grond te zien. Hier en daar staan borden die wat uitleg geven. Op de top van de heuvel is een koepel van aarde te zien met daarin een ruimte waarin de gevangenen werden opgeborgen.
Van de grond van de koepel neemt Kees een pot met aarde mee. Dit is een speciale missie van Kees voor schoondochter Natasja.
We spreken een tweetal wetenschappers van de universiteit van Dublin die voor een speciaal onderzoekproject met grondradar aan het zoeken zijn. Ze nemen uitgebreid de tijd om ons alles te vertellen. In hun onderzoek hebben zij onder meer vastgesteld dat de smeden 4000 jaar voor Christus al in staat waren extreem hoge temperaturen te bereiken.
Dan rijden we richting Dublin. We hebben de wind van achter, de zon schijnt en door een continue golvend landschap rijden we naar Sword en vervolgens naar de kust. Kees heeft een paar schermutselingen met ongeduldige vrachtrijders 'fuck off the road', vergezeld van sigarettenpeuken en soms zelf spugen. Dit zijn echter uitzonderingen, de Ieren rijden wel snel maar halen ons ruim in. Alleen taxi-chauffeurs passeren wat minder ruim. Het gaat soms zo ver dat wij ruim worden ingehaald en dat daardoor tegenliggers tot afremmen of zelfs stoppen worden gedwongen.
De vergezichten aan de kust zijn prachtig, het zeewater is helder en het is er allemaal heel rustig.
We volgen de 'coastal road' tot in Dublin. Ook daarna houden we de kustlijn aan. Dat levert plotseling een enorm steile klim op. Niet verschrikkelijk hoog, maar 120 meter, maar een echte kuitenbijter. De afdaling is spectaculair, volgens Kees is het meer een kamikazedaad. We raken Ben kwijt, maar die blijkt een makkelijker route te hebben gevolgd.
In Bray aan de kust staat Marian met de camper voor een Four Star Pizza zaak. Als wij met de vier Questen arriveren wordt de uitbater dol enthousiast en biedt ons een pizza aan. 10 minuten later komt ie een pizza brengen van zeker 50 cm diameter, geheel en al gratis. Het avondeten is hiermee geregeld en smaakt meer dan geweldig. Een Haagen Dasz ijsje maakt het helemaal af.
Langs de hele kust zijn nauwelijks campings te vinden. Vragen aan onze pizzabakker levert een plek op, hij belt zelfs de campinghouder, en we kunnen weer in de fiets. De camping ligt aan de voet van de Wicklowmountains en is voorzien van alle gemakken.
De was is gedaan en hangt te drogen.
Morgen is een rustdag waarin we uitgebreid in Dublin gaan rondkijken.

dinsdag 27 juli 2010

Ierland dag 5 27 juli Crossmaglen - Kilmessan

Vannacht scharrelt er wat jeugd in de buurt van onze kampeerplaats. De hinder blijft beperkt, zeker nadat ik de deur van de camper openmaak en laat zien dat ik ze in de gaten heb.
Marian is wat moe en neemt wat extra rust. Wij besluiten onderweg alleen een rendez-vous in Slane te doen.
We controleren de banden van de fietsen. Bij Cees blijken de Kojaks na 3000 km al versleten te zijn. De banden zijn gatenkazen geworden en op een enkele plek komen de karkasdraden naar buiten. Geen schoeisel om met 100 km/u van de hellingen af te razen. Verbazingwekkend is dat de lichte GoCycle banden na 3000 km geen spoor van insnijdingen of andere beschadigingen vertonen. Ook de slijtage is zeer beperkt. Ben heeft maar 2 bar in zijn Perfect Moiree achterband. Alles wordt op spanning gebracht en we vertrekken. Al vrij snel moeten we rechtsaf slaan, maar dat hebben we niet in de gaten. Een heel fraaie omweg, na 10 km rijden zijn we weer minder dan 2 kilometer van de camping die we net hebben verlaten, valt ons ten deel.
Vandaag hoeven we duidelijk minder te klimmen dan de eerste twee dagen. Een enkele kuitenbijter van 15% zit er wel in, maar het valt alles mee. Het is continue licht klimmen en dan weer dalen met snelheden van 40 tot 60 km/u. Eén afdaling is heel snel en Cees Roozendaal, hij durft het meest, komt tot 90 km/u. Ik gebruik op die afdaling één remparachute en de snelheid blijft net boven de 70 km/u.
Vandaag willen naar NewGrange, een neolytische nederzetting uit de tijd van voor Stonehenge.
Ik heb een track uitgezet langs de belangrijkste bezienswaardigheden. Tot mijn grote schrik wijzen de borden allemaal een andere kant op. Ik heb de nederzettingen allemaal in Google Earth gezien en daarlangs een track uitgezet. En die bezienswaardigheden liggen toch allemaal op de noordelijke oever van de rivier.
We mogen de fietsen op het erf van de lokale grutter stallen en gaan met de camper onderweg. We rijden de track die ik gemaakt heb en negeren alle borden die zeggen dat we naar de zuidkant van de rivier moeten.
Al snel duikt de eerste nederzetting Towth ? op. We zien enkele kleinere autobussen met passagiers dus we zijn op de goede weg. Als we naar de eerste nederzetting lopen komt de aap uit de mouw. Aan de zuidkant van de rivier is alleen een bezoekerscentrum. Daar kun je boeken voor een rondtoer per bus die.... op de noordelijke oever begint. Nu snap ik ook waarom ik een voetgangersbrug over de rivier in Google Earth heb gezien. Eén van de personeelsleden is bereid te bellen of er nog plaats is voor de rondtoer. Helaas, helemaal volgeboekt.
Geen nood, we kunnen er natuurlijk zelf ook langsrijden. Dat pakt goed uit, mijn track volgend komen we recht voor de mooiste en grootste nederzetting langs. We genieten van het bijzondere schouwspel en maken voldoende foto's.
Terug naar Slane en dan op weg naar Tara Hill, een andere speciale plek uit de oudheid.
Tot twee keer toe lopen we vast op wegwerkzaamheden. Er blijken gelukkig enkele krappe voetgangers doorsteken te zijn en we kunnen weer door.
Met Marian sprak ik af dat we elkaar zouden ontmoeten in Wesmillen, Tara Hill staat niet in de Garmin. We stoppen bij een kroeg en de lokale uitbater wijst Kees een heel andere route. Het collectief vertrouwt de locals meer dan Wim :). Wat Wim dan nog niet weet is dat Kees heeft gevraagd wat de kortste route naar Tara Hill is. Omdat ik voorop rij stel ik snel vast dat we 10 km omrijden voor we elkaar in Wesmillen ontmoeten.
Aan een schattig uitziend meisje, ik schat in dat er zo niet veel in Ierland rondlopen, vragen we naar een kampeerplaats. Ze brengt ons naar een grasveld naast een kerkhof. Ben zoek de eigenaar op en die reageert alsof ie van niks wil weten. Als ie onze fietsen ziet is ie helemaal om. Hij komt een glaasje meedrinken en praat honderduit. Hij is kunstschilder uit hobby en hoopt dat de kerk nog eens zijn grasveld koopt voor uitbreiding van het kerkhof. Dat gebeurt ooit wel eens, in Ierland worden graven nooit geruimd.
Marian bakt pannenkoeken, heerlijk.
Vanavond gaan de mannen naar de pub aan de overkant van de straat. Kees en Ben gaan aan de Guinnes, Cees en ik nemen een Carlsberg en ik later nog een portje. Ik proef wat van de Guinness van Ben. Wat een bocht is dat :).
Ben vindt plotseling een toilettas. Hij vraagt of deze van mij is. Nee, ik heb een andere. Ben dacht hij hem in Stranrear had achtergelaten. Het blijkt toch echt zijn eigen tas te zijn. Na het aanvankelijk ogenschijnlijk gestolen zijn van TomTom, blijkt ook die weer boven water te komen.

Morgen fietsen we eerst naar Tara Hill en dan naar Dublin.

maandag 26 juli 2010

Ierland dag 4 26 juli Dromore - Crossmaglen

Bekijks en in de krant
Vanmorgen is het miezerig en met man en macht proberen we de was te drogen. We gebruiken zelfs een föhn in het damestoilet. Dit oude geval is niet bestand tegen intensief gebruik en de slang valt spontaan uit elkaar. Ducktape is de redder in nood en we kunnen de belangrijkste kledingstukken drogen.
Dan is mijn fiets onderwerp van inspectie. We zetten de Quest op twee houten tafels en Cees Roozendaal bekijkt alles grondig. Er lijkt niks scheef te staan, er zijn geen tanden gebroken en ook de ketting loopt soepel over de tandwielen. Ik heb het idee dat de ketting domweg te lang is. Na het verwisselen van het grote voorblad met 57 tanden voor één met 53 tanden is de ketting niet ingekort. Hoewel Cees en Ben denken dat het goed is, bel ik met Ymte van Velomobiel.nl. Hij denkt dat de ketting niet te lang is, maar denkt dat het verwijderen van twee schakels geen kwaad kan. Zo gezegd zo gedaan. Cees klaart dit klusje snel en sluit de ketting met een sluitschalm. Na het schakelen op het grootste blad voor en het grootste blad achter staat de poot van de derailleur nog steeds niet horizontaal naar voren. Er kan zelfs nog een schakel uit. Eerst maar eens proberen. Om een angstig en lang verhaal kort te maken, dit is de goede oplossing. De ketting laat zich nu makkelijk op het voorste kleine blad schakelen en daarvoor hoef ik de derailleur achter niet op te schakelen. Wel, Ymte adviseerde dat dringend, is het kleine voorblad alleen te gebruiken met de drie grootste kransjes achter. Daarboven krijgt de ketting alsnog weer te veel lengte. Ik ben een heel blij mens.
Ymte wil overigens best naar Ierland komen, per fiets. Gelukkig kunnen we door.
Van de camping in de buurt van Hillsborough koersen we zuidwaarts. De Garmin tovert een route naar Dronmare te voorschijn. Als we die volgen blijkt dat we weer noordoost waarts worden gestuurd. Er blijkt nog een Dronmare te bestaan, uiteraard heb ik de verkeerde gekozen. Gevolg is dat we fors moeten klimmen en bijgevolg spectaculair dalen. We bereiken al een hoogte van 245 meter. Omlaag komen de remparachutes van pas. De werking lijkt beperkt, maar bij snelheden van 60 tot 70 km/u staat er heel wat trekkracht op de draden. Beide chutes uit, ze slingeren soms wild heen en weer, levert een reductie van ongeveer 15 km per parachute op.
In Rathfriland arriveren we na een zeer steile klim op het dorpsplein. Direct worden we besprongen door de lokale drinkebroers. Heel vervelend want elk dorp heeft meerdere van die lastpakken die zich niet laten wegsturen. Even later worden we door de fotograaf van de lokale krant gespot. Er worden meerdere foto's gemaakt en ik wordt uitgenodigd voor een interview op de redaktie. Dat duurt even, de dienstdoende journalist is even zoek. De hoofdredacteur doet het zelf. Na alle standaardvragen waar we vandaan komen, waar we heengaan en waar die wonderbaarlijke fietsen vandaan komen, word ik bedankt en vertrek. Buiten gekomen staat een lokale vrouwelijke wethouder 'call me Lizzz', die ons hartelijk welkom heet. We moeten opnieuw op de foto, nu van haar voorkeurs fotograaf. Al met al zijn we anderhalf uur kwijt, niet iets om iedere dag te doen.
Het landschap is betoverend mooi en vooral tijdens het klimmen is er alle tijd om van genieten.
We zijn een grote bezienswaardigheid. Op vele erven staan mensen te applaudiseren of steken minimaal hun duim op. Veel auto's draaien hun raampje open en roepen naar ons. We worden talloze keren gefotografeerd. Als we even stoppen staan er direct boeren met hun gezin bij ons. Een oude boer vindt dat we 'totally crazy' zijn.
Marian rijdt nu niet achter ons, de B-wegen zijn te smal en inhalen is voor de Noord-Ieren te moeilijk. We spreken enkele rendez-vous plaatsen af. Heel fijn om even een warme kop koffie te drinken na een serie beklimmingen. Marian SMSt steeds haar juiste positie en rijdt er via grotere wegen naar toe.
De Noord-Ieren zijn zeer voorkomende chauffeurs. Als we willen invoegen stoppen ze onmiddellijk en rijden vervolgens kilometers met fietssnelheid achter ons aan. Ook het maken van een fout wordt niet afgestraft.
We eindigen de dag aan Loch Ross, geen camping, maar we zijn hartelijk welkom. Het toiletgebouw heeft keurige voorzieningen en zelfs warm water.
We hebben maar 82 km gereden, maar het zijn wel hard bevochten kilometers.

NB. De groepsfoto in Rathfriland is genomen door Richard van de Banbridge Chronicle Press, 14 Bridge Street, Banbridge

zondag 25 juli 2010

Ierland dag 3 25 juli Crocketford - Stranrear

Het regent als we vertrekken voor de etappe naar Stranrear aan de Engelse oostkust. Het is nog een honderd kilometer voor we met de HSS, een razendsnelle catamaran van Stena Line, naar Ierland varen. Ook nu weer is het klimmen en dalen, al komen we nu nog maar net boven de 200 meter. De snelste afdaling is nu boven de 90 km/u.
Tijdens een korte stop stopt ook een Joodse familie. Ze vragen honderduit en willen met de fiets van Cees rijden. Als ie dat niet goed vindt willen ze dat niet goed begrijpen. We zullen ze nog diverse keren zien.
20 kilometer voor Stranrear zie ik een groot aantal wilde berggeiten op de hoge rotsen.
In Stranrear hebben we nog een uurtje de tijd en hebben we weer gedoe met een bootwerkster. Marian rijdt achter ons aan, maar heeft nog geen ticket. Dat levert wat gesnauw op van de bootwerkster en van Marian. Als de bootwerkster onze reisbevestiging nog eens bestudeert ziet ze dat ze zelf een foutje gemaakt hebben. Het ontbrekende ticket wordt alsnog bezorgd en we mogen aan boord.
Het varen is een spektakel. Blijft de boot in de grote inham tegen de 30 km/u varen, buitengaats gaat het gas erop. Zo nu en dan vaart het schip ruim 70 km/u. Achterop het schip is het geweld van de schroeven goed te zien.
Na twee uur en tien minuten zijn we in Belfast. Het ontschepen gaat efficiënt. Ik mag nu voorop rijden. Het is niet makkelijk om het 'Cyclepath 9' te vinden. Wij rijden op de rijbaan en missen de aansluiting op het fietspad. Via een korte omweg komen we toch op het geplande fietspad. Het is inderdaad een betoverend mooi fietspad dat continue een kleine rivier volgt. Soms is het pad zo smal dat een Quest er net overheen kan, soms is het wat breder. Het wegdek is vrij glad asfalt, beter dan de normale openbare weg waar het asfalt meestal ruw is met veel reparatieplekken
Een stel vriendelijke Ieren, man, vrouw en twee dochters, rijden met mountainbikes met ons op. Ook zij gaan naar Lisburn.
De camping waar we vandaag verblijven ligt iets zuid-oostelijk van Hillsborough. Helaas zijn de douches koud, we zijn te laat.
Ik krijg steeds meer hinder van een overslaande ketting. Als ik op het kleine blad voor rij, is het niet mogelijk achter op 6 of hoger te rijden. De ketting slaat er zelfs een keer af en samen met Cees leggen we hem er weer om. Het probleem blijft en ik moet soms zelfs omhoog lopen. Morgen maar eens kijken of we het op kunnen lossen. Ik voel me hier niet erg gerust door en maak me echt zorgen.

zaterdag 24 juli 2010

Ierland dag 2 24 juli Noord-Engeland en Schotland

Overtocht naar Newcastle en eerste rit naar Crocketfordk
Om tien uur de volgende ochtend doemt New Castle aan de horizon op. Na een half uurtje varen over de slingerende Tyne, meert de boot af. Het ontschepen verloopt snel en gaat Ben voorop richting New Castle. Ben heeft de rit samen met Herman Blanken in 2002 gemaakt en weet de beste route.
De rit is fraai maar best pittig. We klimmen tot 236 meter en halen soms daalsnelheden van 80 km/u. Voor Kees is het klimmen een forse klus. Geen probleem, hij komt steeds boven. Klimmen doe je per definitie in je eigen tempo.
Marian rijdt met de camper steeds achter ons aan. Op die manier worden de automobilisten gedwongen om afstand te houden. Dat levert soms aardig wat filevorming op. Een enkele bestuurder vind dat zo onprettig dat ze ons op enkele centimeters passeren. Als Marian niet achter ons rijdt is het soms wild-west. Vrachtauto's halen ons gemiddeld met voldoende afstand in. Ze dwingen dan wel tegenliggers tot stoppen. Dubbele strepen, verdrijvingsvakken en andere wegbelijning zijn voor de Noord-Engelsen en Schotten niet meer dan illustratie, ze trekken zich er niks van aan.
In de middag begint het licht te regenen. De schuimkappen gaan erop. Beurtelings rijden we over de A75 een soort snelweg en binnenwegen.
We slaan ons kamp op op een camping in de buurt van Dumpfries. De hele camping loopt uit, ze vinden het maar een wereldwonder. Ben slaapt in zijn eigen tentje, Cees heeft ook een tent mee maar kiest ervoor in het gangpad van de camper te slapen. Betekent wel dat de WC versperd is.
Na de warme hap en een drankje gaan we op tijd slapen. Na 182 km met flink wat klim- en daalwerk wil de slaap wel komen.