vrijdag 30 juli 2010

Ierland dag 8 30 juli Bray - Kiltealy

Wicklow Mountains
Vanmorgen staan de koppies strak, er moet zwaar geklommen worden maar hoe erg het wordt geeft wat spanning. We zijn nog niet van de camping zuid-westelijk van Bray af of het spektakel begint. Warm gedraaid of niet, we moeten op het kleinste blad voor en het grootste blad achter. We beginnen bij 80 meter en eindigen op 338 meter. Dit hoogteverschil moet binnen 4 kilometer worden overbrugd. Kort en goed, de waarschuwing van de auteur van het boekje De Groene Ronde rond Ierland is volkomen terecht. Het is vreselijk zwaar en de snelheid komt hele stukken niet boven 6 km/u. Ben gaat te hard en jaagt zijn hartslag in het rood. Dan volgt een stuk wat goed te doen is. Als we denken dat het ergste achter de rug is, doemen er borden op met achterover vallende auto's. We zetten nog eens aan, zweten als otters en zien de snelheid teruglopen naar 4 tot 5 km/u. De achterbanden, zelfs mij geprofileerde SuperMoto, beginnen door te slippen. Het is niet meer te doen. Stoppen en naar boven lopen. Maar ook stoppen is een hachelijk avontuur, de Quest wil niet op de handrem stil blijven staan. Terwijl de fiets achteruit loopt spring ik eruit en trek mijn loopschoenen aan. Het is zelfs een toer om de Quest naar boven te duwen. Er wordt gefilmd en gefotografeerd. Cees ziet mij zelfs ingehaald worden door een wandelaarster en filmt alles.
Eenmaal boven puffen we wat uit en praten opgewonden over dit avontuur.
In Rathrum drinken we koffie met appelgebak. Een dolenthousiaste verhuurster van mountainbikes weet werkelijk niet waar haar overkomt. Ze gilt de hele boel bij elkaar als ze ons ziet. Ze krijgt Ben zo gek dat ze in de Quest mag zitten.
Het is een dagelijks ritueel dat duizenden mensen zo gauw ze ons in smiezen krijgen hun mobieltje pakken en foto's maken. Ook uit rijdende auto's worden we honderden keren gefotografeerd. Kees bedenkt zo nu en dan dat als iedere foto een euro zou opleveren, we de hele reis zo zouden kunnen bekostigen. Kees probeert het maar een keer bij een mevrouw die haar auto stilzet en foto's maakt. Kees roept ' one Euro'. Mevrouw pakt haar beurs en geeft Kees een Euro. Het is dus niet zo'n gek idee :). Zo gauw we stilstaan komen de Ieren, soms in drommen, om ons heen staan en vragen of het een kano, een bobslee of iets anders is. Dat er geen motor in zit en dat wij alleen maar fietsen kan er vaak niet in. Een enkele keer zijn de belangstellenden jongere kinderen die niet uit te leggen blijkt dat ze met hun vingers van de fietsen af moeten blijven.
We rijden globaal de route die ik eerder via Google Earth uitzette en als GPX track in de Garmin Oregon laadde. De mannen willen niet als een kip zonder kop achter mij aanrijden. De reserve Oregon van vriend Jan Veenis plak ik met klittenband bij Ben op de wielkast. Dat vindt Ben wel leuk. Helaas blijkt deze Oregon niet in orde. Zelfs net opgeladen vrijwel nieuwe Sanyo 2700 Mah accuutjes worden onverbiddelijk door de Oregon als leeg beoordeeld. Jan, een garantiegevalletje.
We rijden dagelijks meestal ruim 100 km, kilometers die er wel meer dan dubbel inhakken.
Wij eindigen de rit meestal met het vragen aan lokale bewoners waar een camping is. Die is er nooit, maar dat weten we natuurlijk al. Het komt er meestal op neer dat de mensen iets voor ons bedenken.
Vandaag zijn we te gast op het landgoed Woodbrookhouse waar enkele tientallen mensen van allerlei nationaliteiten in een commune samenleven. Vanavond komt een deel van het stel naar de fietsen kijken. Zij bieden ons een overnachtingsplek in Kenmare aan. Ook volgend jaar zijn we hartelijk welkom.
De zon gaat prachtig onder en verlicht de wolken die laag over de bergen rollen.
Voor middernacht ligt iedereen in bed. Ik probeer mijn blog nog online te krijgen, maar de verbinding met de Hi dongel is niet best. Foto's houden jullie tegoed.