maandag 21 juli 2014

Velomobielrijden en hitte


Omstanders vragen me op warme dagen nogal eens 'is dat ding niet bloedheet?'. Ik zeg dan steeds dat dat niet het geval is. Tijdens de voorlaatste rit van het rondje Denemarken in 2012 hadden we de hele dag in Noord-Duitsland 32 gr. C. Tijdens die rit reden we heel lang rond de 40 km/u en dat leverde geen enkel probleem op.

De vraag is waarom dit zo makkelijk gaat. Op hetzelfde moment dat de bewoners van bejaarden- en verzorgingshuizen wordt aangeraden om niet naar buiten te gaan, rijden even oude kerels met velomobielen urenlang 40 km/u. Het antwoord is: training. Als je er aan gewend bent om urenlang met een hartslag van 120 tot 150 slagen per minuut te rijden, is dit ook prima mogelijk als de temperatuur rond de 30 graden of zelfs hoger is. Wel houdt iedereen er zijn eigen strategie op na. Cees Roozendaal rijdt bij voorkeur met de liggende carbon deksel van zijn deelbare racekap. Daarop staat een aangepast minivizier. Door de deksel aan de voorkant van het instapgat iets omhoog te zetten waait de lucht onder de deksel de fiets in. Doordat Cees zo vrijwel geen directe zonnestraling op zijn lijf krijgt raakt ie nooit oververhit. Op onderstaande foto - van Cees' blog - is deze configuratie goed te zien. Belangrijk is wel dat de opening rond de hals voldoende groot is. De lucht die via de voetengaten en langs de opengezette voorkant komt moet natuurlijk wel afgevoerd worden. De standaard schuimkap is veel krapper rond de hals en daardoor wordt het enorm vochtig en benauwd.
Het Flevobike dakje is voor warm weer ook een aanrader. Uit de zon en de wind kan er vrijelijk onderdoor stromen. Bij harde wind evenwel ontstaat er in een grensgeval eerder neiging om om te slaan. Dit geldt ook voor heel zware polyester racekappen.


Ook ík rij met hoge temperaturen zonder bezwaar met een racekap. Het geheel uit de zon zitten en wel de volle rijwind door het geopende vizier en nacaduct naar binnen laten, maakt dat er heel comfortabel gereden kan worden. De extra snelheidswinst van de racekap betekent meer ventilatie zonder dat je hier heel hard voor hoeft te trappen. Stilstaan voor verkeerslichten is een ander verhaal, dat is niet lang prettig.

Naast goede training en voldoende eten is uiteraard voldoende drinken een absolute eis. Gewoon water is het beste. Zoetige dranken geven wel wat extra energie maar daar kun je maar weinig van drinken. Een kleine verpakking halfvolle Chocomel met druivensuiker gaat er bij mij tijdens de lunch wel in.

Tijdens de heetste dag van dit jaar, afgelopen zaterdag, heb ik gewoon mijn trainingsrondje gemaakt.
De thermometer staat op 30 graden C. als ik om half negen 's avonds mijn rit aanvang. De Quest is geheel in toertrim met het minivizier.

Direct is duidelijk dat het heerlijk rijdt, bij deze hoge temperatuur is de luchtdichtheid merkbaar geringer. Je voelt dat banden, ketting en aandrijving maximaal licht lopen. Zelfs met het minivizier is rond 50 km/u op de rechte stukken goed haalbaar met hartslag 136 gemiddeld.  Het eerste bochtige stuk over de dijk van de Schermer van De Woude via Driehuizen naar de molens van Schermerhorn gaat met gemiddeld 45,6 km/u. Het getrapte vermogen is gemiddeld ruim 220 Watt. Over de hele 30 kilometer komt de snelheid uit op 46,2 km/u gemiddeld bij een gemiddeld vermogen van 210,6 Watt.

Enkele dagen geleden had ik al vastgesteld dat mijn uurvermogen rond 8 Watt is gedaald in vergelijking met identieke ritten vlak voor CycleVision. Daarvoor zijn twee oorzaken aan te wijzen. Allereerst mijn val waardoor enkele enkelbanden inscheurden en er anderhalve week niet gefietst kon worden. Ook een geringere trainingsarbeid na CycleVision doet een duit in het zakje.

De moraal van dit verhaal. Adviseer oudere mensen als het warm is niet binnen te blijven maar laat ze lekker buiten fietsen.